Start bouw van het eerste mijnenbestrijdingsvaartuig van het Belgisch-Nederlandse rMCM-programma.

De kiel van het eerste van twaalf mijnbestrijdingsvaartuigen van het Belgisch-Nederlandse rMCM-programma werd op 30 november 2021 door de Naval Group in Concarneau in de blokken gelegd. Dit gebeurde in aanwezigheid van de Belgische Chef Defensiestaf, admiraal Michel Hofman, en de Nederlandse Directeur der Strijdkrachten, Generaal Onno Eichelsheim.

Het rMCM-programma werd in 2019 via een internationale competitie toegekend aan Belgium Naval & Robotics, het consortium dat gevormd wordt door Naval Group en Exail. Het voorziet in de levering van twaalf mijnbestrijdingsvaartuigen en een honderdtal in een toolbox geïntegreerde drones, die de schepen zullen uitrusten. De Belgische en de Koninklijke Nederlandse Marine ontvangen ieder zes schepen met toolbox.

Kership, een joint-venture tussen Naval Group en Piriou, is belast met de productie van de twaalf schepen, die worden geassembleerd in Concarneau waar zij allen klaar om te varen en te navigeren zullen worden geleverd door Piriou. Naval Group is, als algemeen architect en hoofdaannemer, verantwoordelijk voor het ontwerp van de schepen, de algemene integratie, het testen en de inbedrijfstelling van het missiesysteem (gevechtssysteem en mijnbestrijdingssysteem). Exail, als medecontractant, is verantwoordelijk voor het onbemande missiesysteem, waarvan de drones zullen worden geproduceerd in Oostende, België. Het onderhoud van de schepen zal in België worden uitgevoerd in nauwe samenwerking tussen de Belgische Marine en de Naval Group Belgium, met de hulp van haar partner Flanders Ship Repair.

De eerste levering is gepland voor eind 2024 in Zeebrugge, België. De leveringen zullen dan worden gespreid tot 2030.

Pierre Eric Pommellet, voorzitter en CEO van de Naval Group, verklaarde: “Wij zijn zeer verheugd hier in Concarneau aanwezig te zijn om deze nieuwe fase van het programma in te luiden met de kiellegging van het eerste schip. Dit programma is het resultaat van een Europese samenwerking tussen België en Nederland, waaraan de Naval Group met trots deelneemt. Het is ook het resultaat van een sterk industrieel partnerschap en een streven naar concurrentievermogen tussen de Naval Group en de Exail. Onze teams zullen verder worden ingezet om schepen van de laatste generatie te leveren, gespecialiseerd in mijnbestrijding en perfect aangepast aan het operationele gebruik dat door de Belgische en Nederlandse marine wordt beoogd.”

Dominique Giannoni, CEO van de Exail“De Exail is verheugd om samen met zijn partner Naval Group aanwezig te zijn bij deze ceremonie. Alle teams van de ECA-groep worden gemobiliseerd om het welslagen van dit uiterst innovatieve programma te garanderen: het is gericht op een ongekende mate van automatisering bij mijnbestrijdingsoperaties, met een gecoördineerd gebruik van drones onder water, aan de oppervlakte en vanuit de lucht. In nauwe samenwerking met de teams van de Naval Group ontwikkelen wij een geïntegreerd en geoptimaliseerd systeem om aan de eisen van onze Belgische en Nederlandse klanten te voldoen.”

“In het kader van mijnenbestrijding is het idee om de afstand tussen de dreiging en de bemanningen te vergroten niet nieuw”, kondigde de Belgische Chef Defensie Admiraal Michel Hofman aan. “In de NAVO MO-studie (Maritime Operations) van 2015 waren de belangrijkste tekortkomingen van boordsystemen op schepen: de trage werking, de slechte mijndiscriminatie, het onvermogen om begraven en drijvende mijnen op te sporen, de zelfverdediging en het vermogen van platformen om gemakkelijk wereldwijd te projecteren. Het was al duidelijk dat de bestaande conventionele platformen al deze uitdagingen niet aankonden. Daarom zochten wij een betrouwbare partner om deze kleine revolutie op het gebied van mijnbestrijding tot stand te brengen”.

CPF BAM Claude Bultot, hoofd van het binationale programma: “De Belgische en de Koninklijke Marine kunnen trots zijn op dit innovatieve en (re)evolutionaire vervangingsprogramma voor mijnbestrijdingsmiddelen. De ambitie van dit programma is om de wereldreferentie op dit gebied te worden”.

Zijn Nederlandse ambtgenoot, kapitein (E) Sander van Luik, voegde daaraan toe: “Dit project is een goed voorbeeld van hoe de Europese defensie doeltreffender kan worden gemaakt. Door uit te gaan van een gemeenschappelijk eisenpakket zijn België en Nederland in staat snel een innovatief concept te implementeren. Door het eerst eens te worden over de beginselen, kunnen we voorkomen dat we over elk detail van het ontwerp moeten discussiëren. Het stelt ons ook in staat flexibeler te zijn en ons aan te passen. Het resultaat is dat ons binationaal team efficiënter heeft kunnen werken, gebruik makend van de gecombineerde expertise van beide naties, en samen met Belgium Naval & Robotics heeft kunnen werken aan een nieuwe capaciteit die de operationele uitdagingen van de komende decennia aankan.”

Deze gespecialiseerde mijnenbestrijdingsschepen zijn de eerste met de mogelijkheid om een combinatie van oppervlakte-drones (zelf vaartuigen van 12 meter en 20 ton), onderwater-drones en luchtdrones aan boord te nemen en te lanceren of ermee te vliegen. De mijnbestrijdingsvaartuigen zullen gebruik maken van een volledig robotgestuurd systeem voor de detectie, classificatie en neutralisatie van mijnen. Zij zijn bestand tegen onderwaterexplosies en hebben een zeer lage akoestische, elektrische en magnetische signatuur, in overeenstemming met de uit te voeren missies.

Deze mijnenjagers hebben de volgende kenmerken:

  • Lengte: 82,6 m totaal
  • Breedte: 17m totaal
  • Verplaatsing: 2800t
  • Maximum snelheid: 15.3 knopen
  • Bereik: >3500 nautische mijlen
  • Huisvesting: 63 personen
  • Drone-capaciteiten: UMISOFT Exail-systeem, 2 oppervlakte drones (Inspector 125 Exail), 3 autonome onderwatertuigen (A-18 uitgerust met UMISAS 120 Exail sonar), 2 getrokken sonars (T-18 uitgerust met UMISAS 240 Exail sonar), 2 MIDS-systemen (Seascan en K-Ster C Exail), 2 luchtdrones (V200 UMS Skeldar), 1 Exail veegtuig van de Exail met 5 CTM magnetische modules en 1 akoestische module van PATRIA.
  • Inschepingscapaciteit: 2 RHIB SOLAS boten van 7m.
  • Behandeling: 2 zijportalen met drijvende wie